‘Wij zijn een onmisbare schakel naar een duurzame toekomst’

‘Ik denk niet dat er een duurzamer beroep is dan waar wij mee bezig zijn. Bedrijven in onze sector zijn toch de schakel naar de duurzame toekomst die we met z’n allen heel graag willen.’

De energietransitie hakt er flink in bij de bedrijven in de ondergrondse infratechniek. In ieder geval tot het jaar 2030 staat er een complete transformatie in de bodem op de planning. In een eerder artikel lieten regiodirecteuren Siebert van der Veen en Ron van Baal al hun licht schijnen op die toekomst. Maar hoe kijken de ‘jonkies’ in de operatie naar de toekomst? ‘Alleen maar nog meer kabels en koper in de grond is niet de oplossing’, zegt calculator Jurjen van der Pal. En teamleider engineering Floris Bessems: ‘Technologische innovaties hebben we écht nodig, anders kunnen we het gewoon niet bijbenen.’

Het zijn niet alleen die technologische innovaties die moeten bijspringen, constateert Jurjen. Het is vooral het personeelstekort dat als een grijze wolk boven de toekomst van de sector hangt. ‘Van de gezichten die ik vijf jaar terug zag bij Baas, zijn er niet veel meer over. Ook wij hebben te maken met flinke vergrijzing. De categorie ervaren mensen wordt steeds kleiner. Daardoor gaat heel veel kennis verloren. Er is wel instroom , maar veel te weinig natuurlijk.’

Floris haalt nog een ander aspect aan. ‘Het is geen populaire sector. De ondergrondse infra is niet sexy. Jonge mensen willen hip zijn, die willen met de nieuwste technieken bezig zijn. Ik ben een team aan het bouwen, maar het is lastig om aan technische mensen te komen.’

Investeren in het imago

Investeren in een beter imago van de sector – op de Infra Relatiedagen is er met het Ondergrondse Infraplein al een begin mee gemaakt – zou al een heel stuk schelen. ‘Als ik erover vertel vinden ze het altijd mega interessant’, lacht Jurjen. ‘Je hebt super interessante projecten. Je komt op de meest bijzondere plekken. Afgelopen vrijdag liep ik over het nieuwe voetbalveld van het Cambuur-stadion in Leeuwarden, voor een schouw. Een paar dagen daarvoor liep ik op de Afsluitdijk tussen de kazematten. Of je loopt door prachtige natuurgebieden. Je komt ergens. En je maakt ook iets van waarde. We moeten meer aandacht besteden aan de mensen die we zoeken: bijvoorbeeld vmbo’ers die van school komen en niet zo goed weten wat ze moeten. We moeten meer inzetten op het enthousiasmeren van mensen: waar zijn we eigenlijk mee bezig, wat voor doel dient dat? Ik denk niet dat er een duurzamer beroep is dan waar wij mee bezig zijn. Bedrijven in onze sector zijn toch de schakel naar de duurzame toekomst die we met z’n allen heel graag willen.’

Ketenpartner van de netbeheerder

Niet alleen de scheve arbeidsmarkt is de komende jaren van invloed. Infrabedrijven zien hun werkterrein fors groter worden. Floris: ‘We gaan steeds dichter bij de netbeheerder zitten, als ketenpartner. In het verleden was het niet gebruikelijk dat een aannemer ook engineerde. Een paar jaar geleden heeft Baas gezegd: wij gaan zelf engineeren. Wij denken het beter te kunnen, we weten hoe precies het buiten zit en hoe het gemaakt moet worden. We doen dat engineeren nu een jaar of zes, zeven, en het gaat alleen nog maar groeien.’

Nog meer stappen zetten

Het kan niet anders of technologie krijgt de komende jaren een grotere greep op de sector, denkt Floris. ‘Op technologisch gebied hebben we al een ontwikkeling doorgemaakt. We hebben toegang tot de systemen van de netbeheerder, om te kijken hoe het leidingnet en het kabelnet in elkaar zitten. Er zijn tools als een grondradar, waardoor je minder proefsleuven hoeft te graven. Maar er zijn nog meer stappen te zetten.’

Zoals artificial intelligence? Floris: ‘Ik hoop het wel. Want ik denk dat wij die technologie ook echt nodig hebben. Programma’s als BIM uit de bouwwereld bijvoorbeeld of AI CAD-software, die een ontwerp maakt en meteen de raming en materiaallijst uitdraait. Anders kunnen we het gewoon niet bijbenen. Maar ik heb die ontwikkelingen nog niet gezien. De aannemerij is natuurlijk niet een wereld die nauw verbonden is met computerwetenschappen. De ontwikkelingen gaan niet zo snel.’

‘Technisch wordt het lastig’

In de tussentijd kan het belang van bestaande technieken nog beter worden benut, denkt Jurjen. ‘Waterstof kan een oplossing zijn. Ook het balanceren van het net, door energieopslag in de vorm van accu’s of lokale waterstofproductie. Ik denk dat je het daarin moet zoeken, in manieren om op piekmomenten stroom om te zetten en het vervolgens op een later moment weer in te kunnen zetten. Alleen maar nog meer kabels en koper in de grond is niet de oplossing. Bij een exponentieel groeiende vraag wordt dat technisch heel lastig.’

Eén ding is zeker. Ook met méér handen aan het werk en met méér technologie in huis blijft er een opgave van ongekende omvang over. Floris: ‘De capaciteit van het energienet zal in 2030 waarschijnlijk verdubbelen. Van het meest noordelijke puntje in Groningen tot aan Maastricht: die lengte aan kabel moet elke maand de grond in. Ja, dat is een uitdaging.’

Het Ondergrondse Infra Plein is te bezoeken tijdens de Infra Relatiedagen.
6, 7 & 8 februari 2024 | Evenementenhal Hardenberg.

Gerelateerde nieuwsberichten en projecten

Nieuws

Energietransitie: Baas en Enexis houden de vaart erin!

Nieuws

Welkom in de Baas-familie: Thijs en Tommie Udink