Baas is hard op weg naar een duurzaam wagenpark

Baas werkt toe naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2035. Een belangrijk onderdeel is de verduurzaming van het wagenpark. Bij die innovatie houdt Baas oog voor de gevolgen voor medewerkers. Manager Inkoop & Logistiek Jordi Bos: “We maken bewuste keuzes om hobbels voor collega’s weg te nemen.”

Baas heeft ten opzichte van 2009 de CO2-uitstoot met ruim veertig procent teruggedrongen. Van de uitstoot die over is, nemen auto’s en bedrijfsbussen zo’n negentig procent voor hun rekening. Verduurzaming van het wagenpark is dus hard nodig als Baas in 2035 klimaatneutraal wil zijn. Enkele jaren geleden begon al een experiment met vier elektrische ‘poolauto’s’. Dit waren elektrische auto’s, die medewerkers konden gebruiken als ze vanaf een Baas-vestiging een rit moesten maken.

Alle personenauto’s binnen vier jaar elektrisch

Vorig jaar werd een plan voor structurele verduurzaming van het wagenpark opgesteld. Manager Inkoop & Logistiek Jordi Bos: “We vertelden het MT van Baas dat we hoopten stapsgewijs te elektrificeren. Maar al pratende werd iedereen enthousiast en besloten we: ‘We rijden alleen nog elektrisch tenzij het praktisch niet uitvoerbaar is’. Denk daarbij aan collega’s die lange afstanden moeten afleggen voor hun werk en nog geen laadvoorziening thuis of in de nabijheid van hun huis hebben.”

De verduurzaming van de personenauto’s is inmiddels goed op gang. “Baas heeft zo’n tweehonderd personenauto’s. Inmiddels zijn er ongeveer veertig elektrisch. Is een gewone auto aan het eind van zijn economische levensduur, dan maakt die plaats voor een elektrische. Daarom zijn binnen vijf jaar alle personenauto’s van Baas elektrisch. Dat is uniek in onze sector.”

Leen van den Heuvel – Manager MVO & Duurzaamheid

Naast personenauto’s bestaat het wagenpark uit bedrijfsbussen. Daar valt voor de auto-industrie nog een wereld te winnen, vertelt Leen: “In die bussen vervoeren onze monteurs bijvoorbeeld ook zware spullen, zoals trilplaten. Of hangt er een aanhangwagen achter met een minigraver. Dat vraagt veel vermogen van een auto, een boel elektriciteit om lang te rijden. Daar schort het nog aan bij elektrische bussen. Grote pakketvervoerders bijvoorbeeld vervoeren minder zware pakketten en over kortere afstanden. Elektrische bussen lenen zich meer voor dat soort activiteiten dan voor ons werk. Maar we praten regelmatig met leasemaatschappijen voor bedrijfsbussen. Over vijf jaar verwachten wij dat de markt compleet veranderd is.”

Diesel van frituurvet

Baas is niet van plan tot die tijd achterover te leunen en gebruikt daarom nu alvast HVO100-diesel. Een wat misleidende naam, aangezien het geen fossiele diesel is die automobilisten doorgaans kunnen tanken. HVO100-diesel is een circulair product, dat onder meer gemaakt is van frituurvet. Hierdoor stoot de bus 89 procent minder CO2 uit dan bij het gebruik van gewone diesel. Leen: “Op dit moment is HVO100-diesel nog duurder dan gewone brandstof. Maar we vinden verduurzaming belangrijk. Daarom nemen we nu al stappen om onze uitstoot te verminderen.”
In de tussentijd hoopt Baas dat fabrikanten hun elektrische bussen verbeteren, onder meer met prikkels van de overheid. Die heeft bijvoorbeeld de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek geïnitieerd. Publieke en private partijen, uit de sector van goederen- en dienstenvervoer, werken samen om in 2025 zonder uitstoot van schadelijke stoffen in stadskernen te rijden. Baas heeft zich daarbij aangesloten via Logistiek 010.

Luisteren naar zorgen

Om die belofte waar te maken, moeten de plannen van de tekentafel in de praktijk goed uitpakken. Baas wil de veranderingen voor medewerkers daarom soepel laten verlopen en heeft naar hun bedenkingen geluisterd. Jordi: “Sommige collega’s hebben een ouderwetse meterkast, waarop je geen laadpaal kunt aansluiten. We hoorden zorgen over de aanpassing van de meterkast. We nemen daarom in eerste instantie de kosten voor onze rekening. Ga je daarna binnen vijf jaar weg bij Baas, dan moet je een deel terugbetalen. Anders ben je niets kwijt.”
Een andere zorg van medewerkers was hun vakantie. Hoe ver kun je met een elektrische auto rijden zonder opladen? En een trekhaak ontbreekt, dus een caravan meenemen is onmogelijk.

“We bieden collega’s een brandstofauto aan, waarmee ze drie aaneengesloten weken op vakantie kunnen. Dan stoten ze toch 49 weken niets uit. We maken bewuste keuzes om hobbels voor collega’s weg te nemen.”

Jordi Bos – Manager Inkoop & Logistiek

Elektrisch rijcomfort

Een ander voorbeeld van zo’n keuze is de plaatsing van laadpalen bij medewerkers thuis. Leen: “Vroeger had je op iedere hoek van de straat een benzinestation. Dat moet je met elektrisch rijden anders organiseren. Je moet meer nadenken over afstand en of je dan ergens tussendoor moet opladen.”
Onlangs breidde Baas ook het aantal laadpalen bij alle vestigingen uit. Daarvoor berekende zusterbedrijf EV-Ready, dat hiervoor een model ontwikkelde, hoeveel er nodig waren gelet op het aantal klanten en medewerkers. Jordi: “Vaak plaatsen leasemaatschappijen de palen, wij doen dat zelf. We krijgen ook leuke reacties van collega’s, bijvoorbeeld over het rijcomfort door de automaat. De luxe van de auto wordt ook genoemd. Daarnaast is de accelaratie prettig: je kunt sneller reageren in het verkeer.”

En de kosten? Die gaan de goede kant op, zegt Jordi: “Vorig jaar was de elektrische auto iets duurder dan een brandstofauto. Maar nu kost de exploitatie evenveel. Met de brandstofprijzen van vandaag maken we met elektrisch rijden een goede keuze.”

Gerelateerde nieuwsberichten en projecten

Nieuws

Energietransitie: Baas en Enexis houden de vaart erin!

Nieuws

Welkom in de Baas-familie: Thijs en Tommie Udink