‘Loop je ergens tegenaan, kom dan bij mij’

Personeel ligt niet voor het oprapen tegenwoordig. En gekwalificeerd personeel al helemaal niet. Zeker in de sector waarin Baas opereert, met meerdere specifieke vakgebieden. Mbo’ers krijgen daarom een steuntje in de rug. Onderdeel van hun opleiding zijn een verplicht aantal bpv-uren, de afkorting voor beroepspraktijkvorming. Vier dagen in de week lopen ze mee aan de hand van een ervaren werkplekbegeleider. Martin Wind is er één.

‘Ik had nooit gedacht dat ik het zó leuk zou vinden’, zegt Martin over zijn rol als werkplekbegeleider. Zelf heeft hij vijftien jaar ervaring, momenteel als voorman in de gassanering. Martin is het levende voorbeeld dat omscholing resultaat kan hebben. Voorafgaand aan zijn werk bij Baas was hij stratenmaker. ‘Ik heb daarvóór zelfs nog een veehouderijopleiding gedaan, ik ben een boer’njong’, zegt hij met een lach.

Al heeft stratenmaken tenminste nog enige affiniteit met zijn latere werk bij Baas, erkent hij ook zelf. Meer affiniteit dan de gemiddelde monteur in opleiding die hij als werkplekbegeleider onder zijn hoede krijgt. ‘Ja, je krijgt echt allerlei soorten mbo-leerlingen. Eén leerling kwam uit de zorg, die zit nu op kantoor. Maar ik heb ook iemand gehad uit de rioolwereld.’

Constant met hen praten

Wat Martin doet, is nieuwkomers opleiden in de gastechnische werkzaamheden. Het opleidingstraject is sterk afhankelijk van de achtergrond. Martin: ‘De eerste dag melden leerlingen zich bij mij in de keet. Ik loop even met hen mee en stuur ze dan met een monteur op pad. Tussen mijn eigen werkzaamheden door kom ik kijken hoe het gaat en waar ze tegenaan lopen. Ik praat eigenlijk constant met hen. Ik zeg ook altijd: loop je ergens tegenaan, kom dan bij mij. Ik had een keer iemand die nogal onrustig was. Dan ga je fouten maken. Dan zeg ik: ga even zitten. Probeer je rust te vinden. Als je dat niet doet ga je juist fouten maken. Het werk komt echt wel af.’

Overleg met kantoor

Ook met kantoor is er regelmatig overleg over de vorderingen in het veld. Martin: ‘Dan is het van: hoe sta je in de wedstrijd met die en die monteur in opleiding? Wordt het wat? Kunnen we er vanuit gaan dat het later net zo’n monteur als jij wordt? De ene keer is het antwoord ja, de andere keer is het nee. Er zijn altijd plus- en minpunten. Nee, het is niet altijd leuk om die minpunten te moeten vertellen.’

‘Kont ervoor en gaan’

Per jaar draagt voorman Martin bij vijf, zes monteurs in opleiding de basiskennis en -vaardigheden over. In een jaar tijd moet een nieuwkomer zich bewezen hebben. ‘Ja, je moet ook weleens afscheid nemen van iemand. Ik heb een keer een leerling gehad die in het heetst van de strijd stond te appen met zijn telefoon. Dat zijn nou net de dingen die je niet moet doen. Bam, kont ervoor en gaan. En niet met je telefoon spelen.’

Gaat die begeleiding niet ten koste van zijn eigen werk? Martin schudt van nee. ‘Dat overleg met die leerlingen gebeurt altijd tijdens het werk. Ik ben zelf toch ook altijd aan het werk op het project. Ze lopen ook weleens een dagje met mij mee.’

Het werk sexy maken

En dan nog: hij heeft er zelf veel plezier in. ‘Ik had het nog nooit gedaan, opleiden. Maar ik vind het geweldig. Ik ben nu ook bezig om scholen te benaderen. Leerlingen werven, om stage bij ons te lopen om te kijken of het werk leuk en interessant is. Veel jongeren willen liever met computers werken en geen vieze vingers krijgen. Ik wil het werk juist weer sexy maken.’

Wil je ook werken bij Baas? Kijk voor onze vacatures op werkenbijbaas.nl

Gerelateerde nieuwsberichten en projecten

Nieuws

Welkom in de Baas-familie: Thijs en Tommie Udink

Nieuws

‘Ik ben bij Baas gebleven om het sociale aspect’